diepe hersenstimulatie bewegingsstoornissen west vlaanderen roeselare
Wat te doen bij een
OPNAME

Opname in het ziekenhuis


Ga op de afgesproken dag op het afgesproken uur naar het onthaal. U wordt daar administratief ingeschreven en u krijgt een kamer toegewezen. Daarna gaat u naar de afdeling. Het telefoonnummer van de afdeling neurochirurgie is 051/237576.

De dag voor de ingreep wordt ALLE parkinsonmedicatie gestopt, met uitzondering van een Duodopapomp. Het stoppen hiervan gebeurt in samenspraak met de neurochirurg.

Wat breng je mee?

  • Het preoperatieve patiënten boekje, ingevuld door uzelf en de huisarts. Lees zeker nog eens de informatie na aan de binnenzijde zoals richtlijnen over nuchter zijn.
  • De noodzakelijke preoperatieve onderzoeken die door de huisarts zijn uitgevoerd zoals EKG en het resultaat van de bloedafnames.
  • Medicatielijst en thuismedicatie in originele verpakking (niet alle medicatie is voorradig in het ziekenhuis.)
  • Als u bloedverdunners neemt dienen deze vooraf worden gestopt in samenspraak met de chirurg en de huisarts (vb. Marcoumar®, Marivan®, Sintrom®, Ticlid®, ……). Zo nodig worden deze vervangen door een inspuiting (Fraxiparine®, Fraxodi®, Clexane®). Deze inspuiting mag 24 uur voor de ingreep niet meer worden toegediend.
  • Als u antitrombosekousen hebt mag u die zeker meebrengen.
  • Breng geen waardevolle voorwerpen mee zoals juwelen, uurwerken….
  • In te vullen medische attesten (ziekenfonds, vertrouwelijk, verzekering,…) en attest arbeidsongeschiktheid afgeven bij opname  zodat ze tijdig kunnen worden ingevuld.

Operatie:

Bij opname wordt steeds bloed afgenomen om een kruisproef uit te voeren. Dit kan niet worden gedaan bij de huisarts.

De antitrombosekousen worden aangetrokken als u naar de operatiezaal vertrekt. Uw haar wordt volledig afgeschoren om steriel te kunnen werken. Als enige centrum laten we toe dat er een familielid meekomt naar de operatiezaal om U te ondersteunen. Tijdens de operatie blijft u gedurende de eerste fase wakker. Er wordt een kader op het hoofd geplaatst en er gebeurt een CT-scan om de coördinaten van de target te kunnen bepalen. Om de correcte positie van de elektrodes te kunnen testen moet u kunnen meewerken en bijvoorbeeld met uw handen draaien, uw naam zeggen, met de ogen bewegen… Dit is dan ook de reden waarom u wakker bent. Na de implantatie van de tweede elektrode gaat u opnieuw naar de scanner om de correcte plaatsing van de elektrodes te controleren.

Tijdens de tweede fase wordt u onder narcose gebracht. Dan wordt de batterij geïmplanteerd en onderhuids verbonden met de elektrodes.

Na de operatie:

U heeft een verband rond het hoofd en op de wonde waar de batterij werd geïmplanteerd. De verpleegkundigen zullen regelmatig vragen om uw ogen te openen, uw benen te bewegen, en uw naam te zeggen. Dit om te controleren of uw toestand in orde is en blijft. U krijgt ook op vaste tijdstippen pijnmedicatie toegediend. Als dit niet voldoende blijkt te zijn mag u steeds iets bijvragen.

Na de ingreep blijft u een paar dagen op de MID care. Dit is een intensieve dienst waar u goed wordt opgevolgd. De dagen na de implantatie wordt de stimulatie ingesteld en uw parkinsonmedicatie afgebouwd. Hierdoor kan u ontwenningsverschijnselen krijgen. De stimulatie wordt dagelijks aangepast om een goed resultaat te bekomen.


Indien uw toestand het toelaat zal u de volgende dag mogen eten en drinken. U zal ook snel gemobiliseerd worden samen met de kinesitherapeuten van de afdeling. Voor een vlot herstel is het aangewezen dat u de eerste dagen beperkt bezoek krijgt.

Dag van ontslag:

De wonde wordt nagezien en verzorgd. U krijgt een afspraak mee bij de DBS-verpleegkundigen om uw haakjes te laten verwijderen en om de stimulatie aan te passen . De brief voor de huisarts wordt digitaal doorgestuurd. U krijgt een medicatielijst mee. Herstarten van de bloedverdunners gebeurt in samenspraak met de neurochirurg. U zal regelmatig moeten langskomen bij de DBS verpleegkundigen om de stimulatie aan te passen tot deze optimaal werkt. Deze periode kan variëren van 3 tot 6 maanden.

Terug thuis:

Als u ongerust bent over het genezen van de wonde, koorts krijgt, abnormaal veel hoofdpijn hebt, misselijk bent, wazig of dubbel ziet neemt u best contact op met uw huisarts. Let er zeker op om niet aan de hoofdwondjes te krabben, dit om infecties te voorkomen.

Terug actief:

U moet voldoende rust nemen, niet in de felle zon zitten en uw voorgeschreven medicatie stipt innemen. Wandelen is aangeraden, trappen op- en afstappen is een goede oefening. De eerste 6 maanden is het ten strengste verboden om een wagen te besturen. Daarna mag het pas na goedkeuring van de neurochirurg. Werkhervatting wordt tevens besproken met de neurochirurg.